Labogids klinische biologie

µg/l

Het humaan groeihormoon of somatotropine is een polypeptide afkomstig van de voorste hypofyse met een anabool effect. Het versterkt de eiwitaanmaak, het glucosetransport en de glycogeenopbouw. Het wordt gemedieerd door een andere groep van peptidehormonen, de somatomedines. De secretie is episodisch en pulsatiel. De hoogste waarden worden gevonden bij diepe slaap. Het ritme gaat verloren bij acromegalie en gigantisme. De test gebeurt best in condities die de loslating stimuleren of inhiberen. Patiënten met GH-producerende tumoren laten vaak GH los na TRH of GnRH. Bij deficiënties treedt vaak een subnormale respons op stimulatietesten (vb. arginine, insuline, …). Verhoogde waarden worden gevonden bij hypofysair gigantisme, acromegalie (tot 400 ng/ml), defectieve GH receptor (Laron dwerg), ectopische GH secretie (maag- of longtumor), malnutritie, stress, ongecontroleerde diabetes, nierinsufficiëntie, langdurig vasten, anorexia nervosa. Verlaagde waarden worden gevonden bij hypofysaire dwerggroei, hypofysaire insufficiëntie, adrenocorticale hyperfunctie. Het wordt eveneens bepaald in het kader van een insuline hypoglycemie test voor cortisol, glucose, ACTH en eventueel groeihormoon.

SERUM

8h op 2-8°C; max 2 maand bewaren bij -20°C.

1.  Referentiewaarden   Volwassenen: Man: < 0.8 µg/l Vrouw: < 8.0 µg/l   Pediatrie:   Leeftijd Man (µg/l) Vrouw (µg/l) 1 – 7 dagen 0.89-20.83 1.83-18.51 8 – 15 dagen 0.51-13.34 0.81-13.57 1 – 3 jaar 0.31-1.83 0.37-2.68 4 – 6 jaar 0.05-1.91 0.06-1.68 7 – 8 jaar 0.10-2.45 0.10-4.15 9 – 10 jaar 0.05-1.49 0.04-2.37 12 jaar 0.07-6.85 0.09-8.63 13 jaar 0.06-6.08 0.14-13.72 14 jaar 0.05-5.46 0.09-7.62 15 jaar 0.06-6.00 0.17-7.70 16 jaar 0.04-8.78 0.18-9.01 17 jaar 0.15-9.40 0.21-8.32 18 – 19 jaar 0.73-3.61 0.17-3.30    2.  Doorbellimieten Geen   3.  Meetbereiklimieten Het meetbereik ligt tussen 0.05 en 40 µg/l. zie ook LI-BIO-IMMparam

   ​

Neen

Immulite 2000 XPi

Biochemie (BIO)